EERSTE STADSMUUR
In 1229 gaf de hertog van Brabant toestemming aan de Maastrichtenaren om een stenen muur ter bescherming van de stad te bouwen. De in het tweede kwart van de 13e eeuw gebouwde muur bestond uit kolenzandsteen en strekte zich uit over een lengte van ongeveer 2,5 kilometer en was 6 à 8 meter hoog. Het riviertje de Jeker fungeerde als zuidelijke stadsgracht. De eerste omwalling telde op de linker Maasoever 13 poorten, 6 Maaspoorten en 7 'landpoorten', waarbij de kleinere doorgangen (poternes) en waterpoorten niet zijn meegerekend. De Maaspoorten zijn allemaal gesloopt. Van de landspoorten is alleen de Helpoort overgebleven. Van de eerste middeleeuwse stadswal resteren verder de Onze Lieve Vrouwewal en de Jekertoren langs de Maas, een tweetal grotere muurfragmenten aan het Lang en Klein Grachtje in het Jekerkwartier, de zogenaamde Boichgraevemuur achter het Sint Servaasklooster, een stuk muur aan de Preekherengang en enkele kleinere muurfragmenten elders in de stad.